De bandrecorder, ook wel bandopnemer of magnetofoon genoemd, was de voorloper van de cassetterecorder. Een bandrecorder bestaat uit twee grote spoelen met een magnetische band die met een constante snelheid langs een schrijf- en leeskop wordt geleid.
Er kon op verschillende snelheden worden opgenomen en soms ook op verschillende (mono)sporen.
Technische verbeteringen
De band zelf wordt steeds dunner, zodat er meer band op dezelfde spoel kan.
Benaming | Dikte | Lengte op spoel van 18 cm |
Speelduur per kant | Toepassing | ||
---|---|---|---|---|---|---|
19 cm/s | 9,5 cm/s | 4,75 cm/s | ||||
standaardband | 50 μm | 360 m | 32 min | studio (grotere dikte, kleinere rek en lagere doordruk) | ||
langspeelband | 35 μm | 540 m | 95 min | bij de consument het populairst | ||
doubleplayband | 25 μm | 720 m | 126 min | |||
tripleplay | 18 μm | 1080 m | 190 min | afgeraden | ||
quadrupleplayband | 12 μm | 60 min | compact cassette |
Het gebruik van tripleplay banden wordt door de meeste fabrikanten van bandrecorders afgeraden vanwege de verhoogde kans op rek of breuk of gewoon omdat het loopwerk van veel recorders niet goed overweg kan met de dunne tripleplayband. Vooral snelspoelen moet dan ook met deze banden voorkomen zien te worden.
Bij A3scannen kunt u deze tapes laten omzetten tot digitale WAV of MP3 bestanden en/of ze op CD laten zetten zodat uw dierbare opnamen behouden blijven voor de toekomst. Omdat geen tape gelijk is door verschillende sporen en afspeelsnelheden is geen vaste prijs te hanteren. Neem even contact op voor de mogelijkheden en een prijsopgave